Internet-taal 0
Ik weet nog goed dat mijn moeder me vroeger (ja vroeger….. ik heb het echt over 15 jaar geleden…..boh dat klinkt oud hihi) smeekte of ik alsjeblieft “normale” sms-jes wilde sturen en niet vol met alleen maar afkortingen. Met het idee “chatten” (wie kan zich icq en msn nog herinneren?) sneller te maken vlogen de brb (be right back), afk (away from keyboard), roflol (rolling on floor laughing out loud)’s je om de oren.
Afkortingen en begrippen
Nu -15 jaar later- zie ik in diverse (Facebook)groepen vaak een vergelijkbare vraag als die van mijn moeder destijds gesteld worden “wat betekenen al die afkortingen toch?”
Vooral in de B/S/T (buy/sell/trade oftewel koop/verkoop/ruil) groepen wordt er veel met afkortingen (en “speciale” termen) gewerkt. Daarom hieronder een alfabetische lijst met de meest voorkomende afkortingen en begrippen.
Toevoegingen zijn welkom (zodat ik niet zelf allerlei rare betekenissen ga verzinnen de volgende keer dat ik een nieuwe afkorting tegenkom), maar laat het me ook weten als een term je nog altijd onduidelijk is, dan zal ik mijn best doen het te verduidelijken.
Dé lijst met alles wat je wilt weten qua afkortingen op draaggebied
3-way: zie Three way
AP: Artipoppe (merk)
BB: BabyBjorn (of vergelijkbare niet-ergonomische dragers)
Blend: het gebruikte material (bijv. 60% katoen, 40% linnen)
Blunt ends: als de doek recht is afgewerkt (gebruikelijk bij handgeweven doeken)
BN: Brand New
BNIB: Brand New In Box/Bag
BNIP: Brand New In Package
BNWT: Brand New With Tag
Broken thread: Gebroken draad
BWCC: Back Wraps Cross Carry
CB: Chest Belt
CCC: Charlies Cross Carry
CCCB: Candy Cane Chest Belt
CHCC: Coolest Hip Cross Carry
CISO: Casually In Search Of
DD: Dear/Darling Daughter
DD: Didymos
DH: Dear Husband of Double Hammock
Dibs: Do Inform Before Selling (vragen of iemand bij verkoop eerst contact met jou op wil nemen zodat je de doek/drager kunt kopen)
DISO: desperately in search of
DL: Dochter Lief
DLO: Dear Little One
Draw: manier om te bepalen wie het recht een doek te kopen “wint” (niet gratis dus)
DRS2S: Double Rebozo Shoulder to Shoulder
DS: Dear/Darling son
ETF: Easy to Find
EUC: Excellent Used Condition
FB: Full Buckle (“klik-en klaar” drager) of Facebook of Feedback (hiermee geef je aan of een verkoop/ruil goed verlopen is)
FCC: Front Cross Carry
Fees: Wanneer je via PayPal betaalt komen er aanvullende kosten bij
Felting: Vervilten (dit kan bij een wollen doek gebeuren die daardoor in de meeste gevallen niet meer veilig is om mee te dragen)
FF: Face Forward (kindje met het gezicht naar voren dragen)
FFS: Free For Shipping
FRTR: Front Reinforced Torso Rebozo
FS: For Sale
FSO: For Sale Only (no trades) (alleen te koop)
FSOT: For Sale Or Trade
FT: For Trade
FTO: For Trade Only (not looking to sell) (alleen te ruil)
Full WC: een drager die volledig van draagdoekenstof gemaakt is
Funds: geld
FWCC: Front Wrap Cross Carry
FWW: Full Wrap Width (meestal gebruikt om de grootte van een scrap aan te geven)
FYI: For Your Information
GL: Good luck
GUC: Good Used Condition
Half WC: een drager die aan de buitenkant met draagdoekenstof en aan de binnenkant met canvas gemaakt is
HB: Half Buckle (drager met een heupband die sluit met gespen en banden die geknoopt kunnen worden)
HCC: Hip Cross Carry
HE: High End (duurdere doeken)
Hemmed: omgezoomd
HJBC: Half-Jordan’s Back Carry
Holiday: draagreisje
HSA: Highly Sought After
HTF: Hard To Find
HW: HandWoven
HWW: Half Wrap Width (gebruikt om de grootte van een scrap aan te geven)
IHA: I Have Available
Indio: heel bekend, klassiek Didymos patroon beschikbaar in veel verschillende blends en kleuren
ISO: In Search Of
ITW: In The Works
IVDSO: In Very Desperate Search Of
JBC: Jordans Back Carry
Kanga: Afrikaans torsodragen
LE: Limited Edition
Lexi twist: uiteindes van de doek die 1 of 2x om elkaar worden getwist
LF: Little Frog (merk)
LO: Little One
Lol: Laughing Out Loud
MH: MadHatter (merk, handgeweven)
ML: ManLief
MM: Middle Marker
MMAO: Make Me An Offer
MMARO: Make Me A Reasonable Offer
MT: Mei Tai
MV: Market Value
MW: Machine Woven
Natty: Natural (niet geverfd)
NBC: Narrow Based Carrier (niet ergonomisch; zoals o.a. BabyBjorn, Chicco etc.)
NFS: Not For Sale
NIP: Nursing In Public
NSR: Not Sales Related
Nub: een bobbeltje in het garen, normaal bij linnen/hennep blends
OBO: Or Best Offer
OH: Other Half (man, vrouw, partner)
On Hold: gereserveerd
On the wall: reactie op een in een album geplaatste foto zodat deze ook zichtbaar is op de wall/in de newsfeed
Onbu: Onbuhimo (drager zonder heupband)
OOAK: One of a Kind
OP: Original Poster
OT: Off Topic
OTL: On The Loom (wordt nu geweven)
OTW: On The Way
Package Deal: verkoop/ruil van 2 of meer doeken/dragers samen
PB: Privé Bericht
Pending: zo goed als verkocht (nog in afwachting van betaling, reactie o.i.d.)
Permacrease: Permanent creasing (een vouw die je er niet meer uit krijgt)
Permastash: deel van je stash wat je nooit (althans niet in de nabije toekomst) wilt verkopen
PFA: Perfect Fit Adjusters
Pirate’s carry: RRRR (Reinforced Rear Rebozo Rucksack)
PM: Private Message
Pod: Podeagi (een drager bestaande uit een lijfje met banden. Lijkt een beetje op een Mei Tai zonder heupband. Het lijfje van een Podeagi is relatief lang omdat je de banden over de stof heen kruist om te ‘zekeren’.)
Pouch: een heupdrager die niet in grootte verstelbaar is (beschikbaar in verschillende maten afhankelijk van je eigen lichaamsbouw en grootte van je kindje
PP: PayPal of Payment Plan
PPD: Postage Paid Domestic (verzendkosten binnen het land van de verkoper zijn inbegrepen in de verkoopprijs)
Pull: een haaltje (bijv. doordat je met sierraden, nagels, sleutels aan de doek blijft hangen). Vaak makkelijk te maken. Als een haaltje niet wordt gemaakt kan het kapot gaan en een gebroken draad opleveren wat een stuk lastiger te maken is.
PWCC: Pocket Wrap Cross Carry (de knoop die je met een rekbare doek of Aqua carrier doet)
Raffle: Gratis/giveaway
RAOK: Random Act of Kindness
Rebozo: Een deel van een knoop die over een schouder begint en over de rug onder de andere arm terug naar voren wordt gebracht
Reinforced: wanneer gekruiste doekbanen worden uitgespreid
Reverse HB: Half Buckle drager met gespen bij de schouderbanden en een knoopbare heupband
Ring Finish: “afknopen” met sling ringen i.p.v. een gewone knoop
ROTFL: Rolling On The Floor Laughing
RR: Reinforced Ruck
RRRR: Reinforced Rear Rebozo Ruck
RS: Ring Sling
RTAS: Ruck(sack) Tied At Shoulder
RTIF: Ruck(sack) Tied In Front
RTUB: Ruck(sack) Tied Under Bum
RV: Retail Value (originele verkoopprijs)
SBCC: Short Back Cross Carry
SCC: Short Cross Carry
Scrap: Een stuk van een doek dat bijv. over is nadat er een drager van gemaakt is
Selvedges: de horizontale boven- en onderrand van een handgeweven doek wordt gevormd door de weft draad die telkens aan het eind terug wordt geweven en vaak dus niet omgezoomd wordt /hoeft te worden
SFP: Stalk Free Pass (het recht een doek bij een release te kopen zonder mee te hoeven doen aan een draw)
SFS: Sub For Sale (bij een FT post, zodat verkoopster weet dat jij interesse hebt mocht ze ‘m te koop zetten)
SHBC: Secure High Back Carry
Sister: wanneer dezelfde warp gebruikt wordt om verder te weven met bijv. een andere weft/patroon/kleur/materiaal
Slub: vergelijkbaar met een nub, dat wil zeggen een onregelmatigheid in het garen/de weving, die de veiligheid van de doek niet aantasten
SO: Significant Other (man, vrouw, partner)
SPOC: Simple Piece Of Cloth
Squish: Pasgeboren baby
SS: Screen Shot of Stash Shot
SSC: Soft Structured Carrier (ergonomische drager)
SSS: Stash Shot Saturday
Stash: al je doeken/dragers/rs samen
STIH: Soft Tape In Hand
Stretchy: rekbare doek
T2T: Tummy-To-Tummy
Tandemwearing: twee kinderen tegelijk dragen
Tapered: wanneer de uiteindes van een doek niet recht zijn maar schuin toelopen (hierdoor kun je een kleinere knoop maken)
TAS: Tied At Shoulder
TC: Taiwanese Carry
TDF: To Die For
TFS: Tentatively For Sale (voorzichtig te koop)
TFSOT: Tentatively For Sale Or Trade
TFT: Tentatively For Trade (voorzichtig te ruil)
Threadshifting: verschuiving in de draden van een doek
Three way: driehoeksruil (voorbeeld: A heeft doek X te koop; B wil doek X graag hebben maar heeft geen funds maar wel doek Y te ruil; C wil doek Y kopen. A verstuurt dan doek X naar B, B verstuurt doek Y naar C en C betaalt aan A. Dit wordt natuurlijk ingewikkelder als de doeken een verschillende waarde heeft en er bijbetaald moet worden.)(bij een FSOT post kan in of naast de opsomming van ISO’s een lijst van Three-ways vermeld staan. Om even met ABC en XY te blijven werken: verkoopster A heeft doek X te koop staan. De als three-way vermeldde doek is doek Y. Als three-way doek Y bij de ISO’s vermeld staat wil dit zeggen dat verkoopster A bereid is tot een ruil van haar doek X met doek Y van B, maar dat doek Y dan door gaat naar C die haar betaalt. Als een three-way apart vermeld staat is dit eigenlijk een aparte FSOT; A heeft doek X dan FSOT, B heeft aangegeven doek Y FSOT te hebben. Als C dan interesse heeft in doek Y dan betaalt C aan A en krijgt doek Y terwijl A doek X aan B verkoopt)
TIA: Thanks In Advance
TIF: Tied In Front
TOAK: Two Of A Kind
Torso Carry: knoop enkel om het torso heen (geen schouder passes), voornamelijk gebruikt in Afrika
TT: Temporary Trade (tijdelijke ruil, vaak om te kijken of je definitief wilt ruilen)
TT: Tied Tibetan
TUB: Tied Under Bum
TV: Trade Value
TY: Thank You
Unicorn: droomdoek/drager
Up: reactie/comment op een advertentie om er voor te zorgen dat deze weer bovenaan komt te staan
VDISO: Very Desperately In Search Of
VGUC: Very Good Used Condition
VL: VriendLief/VrouwLief
VTFS: Very tentatively for sale (heel voorzichtig te koop)
VTFT: Very tentatively for trade (heel voorzichtig te ruil)
WAHM: Work At Home Mom
Wax Fabric: Gewaxed katoen (afrikaans draagdoekenstof, wordt gebruikt voor torsodragen)
Warp: de verticale draden die over de lengte van de hele doek lopen waar de weft doorheen wordt geweven
WC: Wrap conversion (een drager (of rs) gemaakt van een doek)
WCC: Wrap Cross Carry
WCMT: Wrap Conversion Mei Tai (MT gemaakt van draagdoekenstof)
Weaversknot: knoopje waar 2 draden bij het weven aan elkaar zijn geknoopt
Weft: horizontale draad die door de warp wordt heengeweven
WPBC: Wiggle-Proof Back Carry
WSS: What She Said (om aan te geven dat je het met de voorgaande comment eens bent)
WTH: What The Hell
WFT: What The F*ck
WTS: What They Said
WW: World Wide of WovenWings (merk)
YW: You’re Welcome (graag gedaan)
ZL: ZoonLief